Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ken·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekenkast boekenkasten
verkleinwoord boekenkastje boekenkastjes

Zelfstandig naamwoord

de boekenkastv / m

  1. een kast voor de opslag en het laten zien van boeken
    • In het kleine vertrek stonden langs drie wanden boekenkasten, de vierde wand had daar geen ruimte voor, die bevatte de enige deur. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be