• es·pen
  • bn: afgeleid van  esp zn  met het achtervoegsel -en
  • zn:  esp zn  met de uitgang -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen -

espen

  1. (materiaalkunde) gemaakt uit hout afkomstig van de ratelpopulier

de espenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord esp
73 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be