Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·op
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop zitten
zat erop
erop gezeten
klasse 5 volledig

Werkwoord

erop zitten

  1. klaar zijn met iets, voorbij zijn
    • Het was allemaal heel moeilijk en zwaar maar gelukkig hebben we het erop zitten. 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net