erop los schieten


  • er·op los schie·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop los schieten
schoot erop los
erop los geschoten
klasse 2 volledig

erop los schieten

  1. een vuurwapen afschieten zonder goed na te denken of goed te richten
    • De overvallers schoten erop los, maar werden toch door de politie gepakt. 
  1.   Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net