Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·op ko·men
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erop komen
kwam erop
erop gekomen
klasse 4 volledig

Werkwoord

erop komen

  1. ergens op verschijnen
    • De prijs van deze kaasplank hangt af van de soorten kaas die erop komen. 

Gangbaarheid