erop afgaan
- Geluid: erop afgaan (hulp, bestand)
- er·op af·gaan
- verbinding van erop en afgaan, waarin "erop" een loos voornaamwoordelijk bijwoord is [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erop afgaan |
ging erop af |
erop afgegaan |
klasse 7 | volledig |
erop afgaan
- ten aanval trekken, iets aanpakken
- Laten we hier niet blijven treuzelen, laten we erop afgaan!
- Het woord erop afgaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net