erop aan kunnen
- er·op
- verbinding van erop, aan en kunnen, waarin "erop" een loos voornaamwoordelijk bijwoord is [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erop aan kunnen |
kon erop aan |
erop aangekund |
onregelmatig | volledig |
erop aan kunnen
- ergens op kunnen vertrouwen
- We moeten erop aan kunnen dat de mensen waarmee wij moeten omgaan te vertrouwen zijn.
- Het woord erop aan kunnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net