erin zijn
- er·in zijn
- verbinding van erin en zijn, waarin "erin" een loos voornaamwoordelijk bijwoord is [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erin zijn |
was erin |
erin geweest |
onregelmatig | volledig |
erin zijn
- op dreef zijn
- Je kon zien dat ze weer helemaal erin waren.
- Het woord erin zijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net