Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • er·in zijn
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erin zijn
was erin
erin geweest
onregelmatig volledig

Werkwoord

erin zijn

  1. op dreef zijn
    • Je kon zien dat ze weer helemaal erin waren. 

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net