• er·in klet·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erin kletsen
kletste erin
erin gekletst
zwak -t volledig

erin kletsen

  1. iets gedaan krijgen door wat te praten
    • Eigenlijk mocht hij de disco nog niet bezoeken, maar hij heeft zich erin gekletst.