• er·in ha·me·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
erin hameren
hamerde erin
erin gehamerd
zwak -d volledig

erin hameren

  1. met kracht iets ergens inslaan
    • Het erin hameren van 80 tentharingen was een hele klus.