erin blijven
- er·in blij·ven
- verbinding van erin en blijven, waarin "erin" een loos voornaamwoordelijk bijwoord is [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erin blijven |
erin |
erin |
zwak -d | volledig |
erin blijven
- sterven
- Zij strok zo heftig dat ik bang was dat ze erin zou blijven.
- stikken van het lachen
- Ik bleef erin toen hij die goede grap vertelde.
- Het woord erin blijven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Combinaties met er: loze voornaamwoordelijke bijwoorden (algemeen)” op taaladvies.net