Schema met grondprincipes van de erfelijkheid
  • er·fe·lijk·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord erfelijkheid erfelijkheden
verkleinwoord

de erfelijkheidv

  1. overdracht van zichtbare of onzichtbare eigenschappen van een generatie van een organisme naar de volgende generatie
    • De erfelijkheid van haarkleur en de kleur van de ogen is nog niet volledig opgehelderd. 
    • Veel mensen die asperges eten worden daar later aan herinnerd door de penetrante geur van hun plas. Drie op de vijf mensen ruiken echter niks vreemds. Het is een kwestie van erfelijkheid. Dat schrijven epidemiologen en statistici dinsdag in het traditionele kerstnummer van het medische tijdschrift The BMJ. Dat kerstnummer bevat grappige resultaten van serieus uitgevoerd onderzoek. [2] 
100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Sander Voormolen 13 december 2016
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be