• ere·ju·ry
enkelvoud meervoud
naamwoord erejury erejury's
verkleinwoord

de erejuryv / m

  1. een groep beroemde, maar niet noodzakelijk vakbekwame mensen die kiest wie de beste is en de prijs verdient
    • Dat uit die twaalf door een 'Erejury' weer een winnaar wordt uitgekozen, interesseert me nauwelijks. Waar het om gaat is dat er een nieuwe mogelijkheid is om iets te gaan zien of iets te laten zien. Een tweede kans. [1] 
    • De erejury die op het jaarlijkse Nederlands-Vlaamse Theaterfestival in Den Haag de Dommelsch Theaterprijs (50.000 gulden) zal toekennen, bestaat dit jaar uit drie museumdirecteuren: Rudi Fuchs van het Gemeentemuseum Den Haag, Frans Haks van het Groninger Museum en Christiaan Braun van het inmiddels gesloten Museum Overholland in Amsterdam. [2] 
    • Op 11 september worden de jaarlijkse toneelprijzen uitgereikt in de Amsterdamse Stadsschouwburg. Een erejury, bestaande uit Schelto Patijn, burgemeester van Amsterdam, Ed van Thijn, oud-burgemeester van Amsterdam, Philip van Tijn (KPN) en Joop van Tijn, journalist van Vrij Nederland, maakt dan ook de winnaar bekend van de 'grote prijs van het Theaterfestival'. [3] 
83 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]
  1. NRC Joyce Roodnat 16 mei 1997 Theaterfestival
  2. NRC 22 juli 1992 Directeuren musea in theaterjury
  3. NRC 9 augustus 1995 Bolkestein opent festival
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be