erbinnen
- er·bin·nen
- samenstelling van er en binnen
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | binnen | |
persoonlijk | erbinnen | |
aanwijz. | nabij | hierbinnen |
veraf | daarbinnen | |
vragend/betrekk. | waarbinnen |
(scheidbaar)
erbinnen
- vervangt *binnen het
- Het lag erbinnen.
- Hij heeft er altijd al binnen gelegen.
- Het woord erbinnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "erbinnen" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
50 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be