Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • en·tree·ge·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord entreegebouw entreegebouwen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het entreegebouwo

  1. gebouw dat dient als ingang
     Nu zijn er nog drie ingangen, maar daarvan blijft er een over. De routes voor het bezoekende verkeer worden verbeterd en het aantal parkeerplaatsen wordt uitgebreid. Komend seizoen kunnen op de parkeerplaats 4500 auto’s en 1000 touringcars terecht. In het nieuwe entreegebouw komen kassa's, een souvenirshop, wc's en kantoorruimtes.[1]
     Een groot deel van Naturalis is gesloten. In het entreegebouw, het Pesthuis, kunnen bezoekers de komende tijd naar 'Op Expeditie met Naturalis'.[2]
     Verder staan er nog een nieuw entreegebouw, zonnepanelen, een windmolen en een biovergister op het verlanglijstje. Die laatste wordt deze week al in gebruik genomen.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nieuwe entree Keukenhof na klachten buurtbewoners” (Dinsdag 10 januari 2017, 13:20), NOS
  2.   Weblink bron “'Leidse' T. rex Trix tot 2019 het land uit” (Dinsdag 6 juni 2017, 09:39), NOS
  3.   Weblink bron “Forteiland Pampus wordt volledig zelfvoorzienend” (Woensdag 17 juni 2020, 09:46), NOS