enquêteonderzoek
- en·quê·te·on·der·zoek
- samenstelling van enquête zn en onderzoek zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | enquêteonderzoek | enquêteonderzoeken |
| verkleinwoord |
het enquêteonderzoek o
- onderzoek met behulp van een vragenlijst
- ▸ Uit het enquêteonderzoek onder 1011 deelnemers (uitgevoerd in samenwerking met onderzoeksbureau Team Vier) blijkt dat bumperklevers (55 procent) en automobilisten die met hun smartphone bezig zijn (54 procent) de grootste ergernissen vormen in de auto.[1]
- ▸ Over de testbereidheid leven bij het RIVM overigens nog de nodige zorgen. Slechts 28 procent van de burgers met gezondheidsklachten is namelijk bereid zich te laten testen, zo wijst enquêteonderzoek uit. Het percentage dat bereid is om bij klachten thuis te blijven, is nog lager: 23 procent.[2]
- Het woord enquêteonderzoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron Erik Kouwenhoven“Dit zijn de acht grootste ergernissen in het verkeer” (10-12-2019), Tubantia - ↑ Weblink bron “„Gros besmettingen in familie en gezin”” (25 juni 2020), Reformatorisch Dagblad
