enormiteit

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  enormiteit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• enor·mi·teit

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘grote blunder’ voor het eerst aangetroffen in 1898
• afgeleid van enorm met het achtervoegsel -iteit

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	enormiteit	enormiteiten
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de enormiteit v

1. blunder
2. grote omvang

Vertalingen

    1.   

Frans: énormité (fr) v

Spaans: enormidad (es) v, inmensidad (es) v

Gangbaarheid

• Het woord enormiteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enormiteit" herkend door:

82 %	van de Nederlanders;
75 %	van de Vlamingen.