energieprijs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  energieprijs    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ener·gie·prijs

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  energie zn  en  prijs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	energieprijs	energieprijzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de energieprijs m

1. de hoeveelheid geld die men moet betalen voor brandstoffen, elektriciteit en warmte

   ▸ Gasopslagen in de landen van de Europese Unie moeten vanaf 1 november dit jaar voor minstens 80 procent gevuld zijn. Daarnaast moeten EU-landen gezamenlijk gas gaan inkopen. De Commissie stelt deze maatregelen voor in de hoop de energieprijs te kunnen drukken.

   ▸ De droogte is niet het enige probleem in Brazilië. Het land lijdt ook onder het wereldwijde fenomeen van de stijgende inflatie. In combinatie met hogere energieprijzen door schaarste levert dat penibele situaties op voor veel huishoudens.

Gangbaarheid

• Het woord energieprijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.