energieconsumptie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ener·gie·con·sump·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord energieconsumptie energieconsumpties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de energieconsumptiev

  1. de hoeveelheid arbeidsvermogen dat men verbruikt
     Door de snelle opkomst van schone en gesubsidieerde wind- en zonne-energie zijn de stroomprijzen gedaald. Ook de mildere winters en de zwakke economie in Europa drukken de energieconsumptie en de prijzen. Daardoor is de winst van E.on in de laatste drie kwartalen gedaald. Daarnaast kampt E.on met een schuld van 31 miljard euro.[1]
     Verder moeten de lidstaten maatregelen voorbereiden om de energieconsumptie te verminderen als de aanvoer afneemt. En de verantwoordelijkheden van overheden en energiebedrijven bij een boycot moeten beter worden gedefinieerd.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Energiebedrijf E.on wil kolencentrales kwijt” (Maandag 1 december 2014, 10:53), NOS
  2.   Weblink bron “Als Rusland de gastoevoer stopt” (Donderdag 16 oktober 2014, 13:15), NOS