emuleren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- emu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
emuleren |
emuleerde |
geëmuleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
emuleren
- (informatica) een computersysteem nabootsen in een andere omgeving
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord emuleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emuleren" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be