embryocel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- em·bryo·cel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van embryo zn en cel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | embryocel | embryocellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- een cel van een levend wezen in het eerste stadium van de ontwikkeling
- Voor sommige onderzoeken kunnen weliswaar stamcellen worden gebruikt, maar juist als het gaat om bevruchting en de eerste embryocellen - het embryo is dan maximaal vijf dagen oud - bestaan er op dit moment geen alternatieven. Ook onderzoek met muizenembryo’s biedt volgens de wetenschappers geen soelaas. [1]
- Menig bisschop wijdde kritische woorden aan het CDU-voornemen in zijn nieuwjaarstoespraak. En daarin telkens dezelfde boodschap: de eerste embryocel heeft menselijke waarde; het doden ervan is daarom niet bespreekbaar. [2]
Gangbaarheid
- Het woord embryocel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "embryocel" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ De Telegraaf INGE LENGTON 04 jun. 2018 Wetenschappers willen versoepeling embryowet
- ↑ Reformatorisch Dagblad 11-01-2008 Duitse CDU ligt onder vuur bij rooms-katholieken
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be