embarrancarse
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
embarrancarse |
embarrancaba |
embarrancado |
volledig |
embarrancarse
- em·ba·rran·car·se
- onovergankelijk
- (scheepvaart) stranden, vastlopen, aan de grond lopen
- blijven steken, stranden