emasculatie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  emasculatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• emas·cu·la·tie

Woordherkomst en -opbouw

• uit het Latijn

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	emasculatie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de emasculatie v

1. (medisch) castratie, ontmanning

Vertalingen

    1. castratie, ontmanning   

Engels: emasculation (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'emasculatie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "emasculatie" herkend door:

32 %	van de Nederlanders;
52 %	van de Vlamingen.