• ek·sem·pel
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord exemplum, dat van het Latijnse werkwoord eximere komt
Naar frequentie 1588
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksempel     eksemplet
(niet-officiële vorm):
eksempelet  
  eksempler     eksemplerne  
genitief   eksempels     eksemplets
(niet-officiële vorm):
eksempelets  
  eksemplers     eksemplernes  

eksempel, o

  1. voorbeeld
  2. monster
  • [1]: for eksempel (forkortelse: fx of f.eks.)
bijvoorbeeld (afkorting: bijv.)


  • ek·sem·pel
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord exemplum, dat van het Latijnse werkwoord eximere komt
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksempel     eksempelet
eksemplet  
  eksempel
eksempler  
  eksempla
eksemplene  
genitief   eksempels     eksempelets
eksemplets  
  eksempels
eksemplers  
  eksemplas
eksemplenes  

eksempel, o

  1. voorbeeld
  2. monster
  • [1]: for eksempel (forkortelse: f.eks.)
bijvoorbeeld (afkorting: bijv.)

eksempel

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van eksempel


  • ek·sem·pel
  • Afkomstig van het Latijnse zelfstandige naamwoord exemplum, dat van het Latijnse werkwoord eximere komt
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   eksempel     eksempelet     eksempel     eksempla  

eksempel, o

  1. voorbeeld
  2. monster
  • [1]: for eksempel (forkortelse: f.eks.)
bijvoorbeeld (afkorting: bijv.)

eksempel

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van eksempel