• eind·ba·lans
enkelvoud meervoud
naamwoord eindbalans eindbalansen
verkleinwoord

de eindbalansv / m

  1. het resultaat dat men op het einde van een periode heeft behaald
     De werkgevers zijn wel benieuwd of er ook belastingverhogingen tegenover deze verlaging staan. "Vanzelfsprekend moeten we straks nog wel de eindbalans van het hele regeerakkoord opmaken."[1]
     De oogst was voor technisch directeur Ad Roskam van de Atletiekunie reden om positief terug te kijken op het toernooi. Weliswaar was van sprintster Dafne Schippers (op de 60 meter) en meerkamper Eelco Sintnicolaas, die beiden als vijfde eindigden, iets meer verwacht, maar dat deed voor Roskam geen afbreuk aan de eindbalans.[2]
  1.   Weblink bron “Winstbelasting bedrijven gaat omlaag, 3 miljard minder belasting” (Donderdag 5 oktober 2017, 17:59), NOS
  2.   Weblink bron “Uitblinker Visser staat na WK indoor voor Schippers-dilemma” (Maandag 5 maart 2018, 07:34), NOS