Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·gen·de toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toe-eigenen

eigende toe

  1. enkelvoud verleden tijd van toe-eigenen
    • Ik eigende toe. 
    • Jij eigende toe. 
    • Hij, zij, het eigende toe. 


Gangbaarheid