• een beet·je

het een beetjeo

  1. geringe hoeveelheid
    • Heb je nog wat water?
      Een beetje, mijn flesje is bijna leeg.
       

een beetje

  1. in geringe mate
    • Een beetje verliefd,
      Ik dacht 'n beetje verliefd
       [1]
  • Dit woord wordt gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord vaak gebruikt als een soort tussenwerpsel. In dit geval kan in spreektaal "een" ook worden weggelaten: Heb je je tas laten liggen? Dat is een beetje dom, he! wordt dan: Heb je je tas laten liggen? Beetje dom, he!