ecoviaduct
- Geluid: ecoviaduct (hulp, bestand)
- eco·vi·a·duct
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ecoviaduct | ecoviaducten |
verkleinwoord |
- door mensen gebouwde oversteekplaats voor wild
- ▸ Gisteren trokken de felgekleurde hesjes van de verkeersregelaars de aandacht van menig passant op de Rijssensestraat. 'Respect voor verkeersregelaars bij ecoviaduct tussen Wierden Rijssen! In tenue met deze hitte de 'eenzame fietser' tegenhouden', twittert Rijssenaar Bastiaan Schuitert.[1]
- Het woord ecoviaduct staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Asfalt ontsluit parallelweg N350” (16-07-2013), Tubantia