eclipsis

Latijn

Uitspraak

• IPA: /ˈɛkliːpˌsɪs/

Woordafbreking

• ec·lip·sis

Woordherkomst en -opbouw

• Ontleend aan het Oudgriekse zelfstandig naamwoord ἔκλειψις (ékleipsis). Dit was een naamwoordelijke afleiding van het werkwoord ἐκλείπω (ekleípō, "weggaan, verduisteren"), zelf afgeleid van het werkwoord λείπω (leípō, "achterlaten") met het voorvoegsel ἐκ- (ek-) dat is afgeleid van het voorzetsel ἐκ/ἐξ (ek/ex, "uit").

Zelfstandig naamwoord

ĕclīpsis v

1. verduistering, eclips

Synoniemen

• defectio, defectus

Uitdrukkingen en gezegden

eclipsis solis

• zonsverduistering, zoneclips

eclipsis lunae

• maansverduistering, maaneclips

Overerving en ontlening

    Ontlening

Duits: Eklipse

Frans: éclipse (> Engels: eclipse, Nederlands: eclips)