Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwong af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afdwingen

dwong af

  1. enkelvoud verleden tijd van afdwingen
    • Ik dwong af. 
    • Jij dwong af. 
    • Hij, zij, het dwong af. 


Gangbaarheid