dweperij
- dwe·pe·rij
- Naamwoord van handeling van dwepen met het achtervoegsel -erij
- afgeleid van dweper met het achtervoegsel -ij
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dweperij | dweperijen |
verkleinwoord | - | - |
- overdreven ingenomenheid met iets
- Het woord dweperij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dweperij" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be