dwaalden af
- Geluid: dwaalden af (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdwaldə(n) ˈɑf / (3 lettergrepen)
- dwaal·den af
vervoeging van |
---|
afdwalen |
dwaalden (…) af
- meervoud verleden tijd van afdwalen
- Wij dwaalden af.
- Jullie dwaalden af.
- Zij dwaalden af.
- Wij dwaalden af.
- Het woord dwaalden af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.