Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dump·plaats
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dumpplaats dumpplaatsen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dumpplaatsv / m

  1. plek die gebruikt wordt om er materiaal te dumpen (te storten, te lozen, of weg te werpen)

Gangbaarheid