Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duik·ploeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord duikploeg duikploegen
verkleinwoord duikploegje duikploegjes

Zelfstandig naamwoord

de duikploegv / m

  1. groep duikers en hun helpers
    • Het wrak van 't Vliegent Hart, een driemaster, werd in 1981 gevonden door een Engelse duikploeg. In de jaren die volgden ondernam de North Sea Archeological Group, een particuliere Engelse onderneming, verscheidene bergingsexpedities. Behalve een opzienbarende vondst in 1983 van een geldkist met gouden dukaten en zilveren realen, haalden de duikers ook kookgerei, persoonlijke bezittingen, wapens, voedselresten en goederen boven water waaruit het dagelijks leven op de VOC-schepen uit die tijd gedeeltelijk viel te reconstrueren. [1] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. NRC Gerda Telgenhof 15 juli 1992
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be