• droom·man
enkelvoud meervoud
naamwoord droomman droommannen
droomlieden
droomlui
verkleinwoord droommannetje droommannetjes

de droommanm

  1. een man om van te dromen, geen perfecte man
    • Zij was op zoek naar haar droomman en vond een ridder op het witte paard.