droomclub
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- droom·club
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van droom zn en club zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droomclub | droomclubs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) een hele goede sportclub waar men graag voor zou willen sporten
- ▸ Met een contract tot 2025 op zak hoopt Rijsbergen zich bij de Tukkers verder te ontwikkelen. "Mijn stip op de horizon? Ooit een transfer naar een droomclub."[1]
- ▸ Ja, hij heeft inderdaad Amin Younes bij de keel gegrepen op de training van FC Utrecht. Trainer Henk Fraser, die woensdag opstapte bij zijn droomclub waar hij de laatste maanden erg succesvol was, baalt vooral voor anderen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord droomclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Twente-talent Rijsbergen: 'Mijn stip op de horizon? Een transfer naar een droomclub'” (Zondag 1 oktober 2023, 08:12), NOS
- ↑ Weblink bron “Heeft de opgestapte Fraser spijt? 'Vooral voor Van Seumeren, Jansma en Zuidam'” (Vrijdag 16 december 2022, 18:59), NOS