• dro·gis·te·rij·ke·ten
enkelvoud meervoud
naamwoord drogisterijketen drogisterijketens
verkleinwoord

de drogisterijketenv / m

  1. groep, nauw met elkaar samenwerkende, drogisterijen
     "We zien dat die behoefte er is bij klanten", zegt een woordvoerder van Kruidvat. Vorig jaar waren 54 vestigingen van de drogisterijketen open, dit jaar zijn dat er 118 van de 960. In binnensteden lijken de klanten deels voor kerstinkopen te komen. "Daarbuiten gaat het meer om de reguliere boodschappen, zoals luiers."[1]
     "Het komt zeker voor een deel door de populariteit van vloggers en influencers", zegt Roland van den Berg van drogisterijketen Kruidvat. Ook hij ziet dat er bij zijn bedrijf steeds meer make-up online wordt besteld.[2]
     Blokker gaat 31 winkelpanden onderverhuren aan de Op=Op. Die drogisterijketen wil hiermee snel een landelijke dekking krijgen.[3]
  1.   Weblink bron “Meer winkels open met Kerst: Albert Heijn en Kruidvat verdubbelen open winkels” (Woensdag 25 december 2019, 05:52), NOS
  2.   Weblink bron “Vlogger koopt lippenstift en de online verkoop explodeert” (Vrijdag 1 september 2017, 06:00), NOS
  3.   Weblink bron “Blokker verhuurt 31 winkels aan Op=Op” (Vrijdag 14 juli 2017, 17:38), NOS