droegen uit
- Geluid: droegen uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdruɣə(n) ˈœyt / (3 lettergrepen)
- droe·gen uit
vervoeging van |
---|
uitdragen |
droegen (…) uit
- meervoud verleden tijd van uitdragen
- Wij droegen uit.
- Jullie droegen uit.
- Zij droegen uit.
- Wij droegen uit.
- Het woord droegen uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.