Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • drep·te
Naar frequentie 432

Bijvoeglijk naamwoord

drepte, m / v / o

  1. bepaalde vorm enkelvoud van de stellende trap van drepe

drepte, mv

  1. onbepaalde en bepaalde vorm meervoud van de stellende trap van drepe

Werkwoord

drepte

  1. verleden tijd van drepe
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   drepte         drepte      

Zelfstandig naamwoord

drepte, m

  1. dode, gedood, overleden