Nederlands

 
dreads
Uitspraak
Woordafbreking
  • dreads
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord dreads
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dreadsmv

  1. bundels vervilt krullend haar
     ... het baristameisje van twintig met dreads en piercings in haar neus en onderlip die in het gunstigste geval volkomen onverschillig tegenover deze muziek staat...[2]
     Vandaag twitterde Babel dat de auto in de buurt van het Ajax-stadion De Arena was gesignaleerd. Daaruit concludeert hij dat de auto kennelijk nog in de "regio Amsterdam" is. Een "donkere jongen met dreads" zou de auto hebben bestuurd.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. dreads op website: Etymologiebank.nl
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Babel looft beloning uit voor auto” (04-11-2012), NOS