dranktafel
- Geluid: dranktafel (hulp, bestand)
- drank·ta·fel
- samenstelling van drank zn en tafel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dranktafel | dranktafels |
verkleinwoord | dranktafeltje | dranktafeltjes |
- (meubel) een meubelstuk met poten, bedoeld om drankflessen op te zetten
- (meubel) een meubelstuk met poten, bedoeld voor de gasten van een cafë
- ▸ Tom en Steffen staan bij de dranktafel, kijken met gastherenblik in het rond en proberen met luide en vrolijke opmerkingen de sfeer erin te brengen.[2]
- Het woord 'dranktafel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.