• draai·e·rig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord draaierigheid draaierigheden
verkleinwoord

de draaierigheidv

  1. het gevoel dat de wereld om iemand heen draait; gevoel dat men zijn evenwicht verlies
     De problemen begonnen direct nadat de horeca na een lange lockdown weer helemaal open waren gegaan. De eerste twee weekenden werden volgens de politie "vijf tot zeven vrouwen" onwel. Over het afgelopen weekend zijn geen cijfers bekend, maar opnieuw klaagde een aantal vrouwelijke horecabezoekers over draaierigheid en onwelwording.[1]


  1.   Weblink bron “Vlaardingen alert na drogeringen: 'Ze viel zo van de barkruk af'” (Zaterdag 12 maart 2022, 11:02), NOS