draagplicht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  draagplicht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• draag·plicht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  dragen ww  en  plicht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	draagplicht	draagplichten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de draagplicht v / m

1. het verplicht dragen van bepaalde beschermende kleding in bepaalde situaties; met name het dragen van een helm als men op gemotoriseerde tweewielers rijdt of het verplicht dragen van een mondkapje tijdens een epidemie

   ▸ "Als we een draagplicht invoeren, gaan we waarschijnlijk nat bij de rechter", zei Halsema:

   ▸ De Tweede Kamer wil een helmplicht voor snorfietsers. Een meerderheid is het eens met het pleidooi van 130 artsen dat een helm voor deze groep de verkeersveiligheid vergroot en vindt een draagplicht wenselijk.

2. het verplicht bij je hebben van een identificatiebewijs

   ▸ Je bent formeel niet verplicht om een ID-kaart bij je te dragen. In Nederland hebben we namelijk een toonplicht, geen draagplicht. "Die keuze is bewust gemaakt, omdat er sinds de Tweede Wereldoorlog veel weerstand is tegen het verplicht bij je dragen van een persoonsbewijs", zegt jurist Vincent Böhre van Privacy First. "Tijdens de oorlog was iedereen verplicht zich te kunnen identificeren."

Gangbaarheid

• Het woord draagplicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.