dotteren en plaatsen van een stent
  • dot·te·ren
  • eponiem afgeleid met het achtervoegsel -en van de familienaam van de uitvinder, de 20e-eeuwse Amerikaanse radioloog C.T. Dotter  , in de betekenis van ‘het verwijden van bloedvaten’ aangetroffen vanaf 1989 [1] [2]

dotteren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dotteren
dotterde
gedotterd
zwak -d volledig
  1. (medisch) door middel van een ballonnetje een vernauwing in een bloedvat opheffen
    • Eén van de belangrijkste kwaliteitscriteria is het volume bij een ziekenhuis: doet dat ziekenhuis die operatie vaak genoeg om er voldoende ervaring mee op te bouwen? Zo zijn 29 ziekenhuizen, die bijvoorbeeld maar vijf keer per jaar een patiënt met bijnierproblemen opereren, nu gestopt met bijnieroperaties. De beoordeelde ingrepen zijn onder meer: hartklepinterventie (in 16 ziekenhuizen), dotteren (31 ziekenhuizen die allemaal aan de normen bleken te voldoen) en schildklier aandoeningen (nog 70 ziekenhuizen).[3] 
    • Dit onderzoek van arts-onderzoeker Lindy Gommans blijkt dat bij het gros van de behandelde mensen intensieve looptherapie minstens zo effectief is. Deze looptherapie bij de fysiotherapeut is met gemiddeld 1500 euro zes keer zo goedkoop als de dotterbehandeling, en pakt de oorzaak van het probleem aan. 'Wie zich alleen laat dotteren, zonder zijn leefstijl te veranderen, loopt bovendien grote kans op een vernauwing op een andere plek, en dus een nieuwe ingreep. Dat geldt niet voor de looptherapie', zegt Gommans.[4]  
95 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[5]