Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dos·sier·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dossierkast dossierkasten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dossierkastv / m

  1. kast waarin men veilig en overzichtelijk documenten kan bewaren
     Volgens het Dagblad van het Noorden was de man stomverbaasd toen hij onder meer verslagen van motivatiegesprekken en functioneringsrapporten aantrof in de dossierkast die hij via een onlineveiling kocht. De kast met gevoelige informatie is afkomstig uit het hoofdkantoor van V&D in Amsterdam. De koper vond ook e-mails over het functioneren van managers en correspondentie met voorstellen om het imago van V&D op te poetsen.[2]
     Weer die papierlucht de geur van een dossierkast of bureaula die lang dicht heeft gezeten, dat vleugje schrijfmachineolie.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Dossiers van medewerkers V&D op straat” (21 jul. 2017in BINNENLAND), De Telegraaf
  3. Vaderland”   (2012), Cargo, ISBN 9789023472483