doorzeven
- door·ze·ven
- samenstelling van door bw en zeven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzeven |
doorzeefde |
doorzeefd |
zwak -d | volledig |
doorzéven
- overgankelijk een groot aantal projectielen door iets heen schieten
- De auto werd in de schietpartij doorzeefd.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorzeven |
zeefde door |
doorgezeefd |
zwak -d | volledig |
dóórzeven
- overgankelijk door een zeef doen passeren
- Dit zijn op zijn Engels gaargekookte aardappelen, afgegoten, doorgezeefd en terug op de stoof geplaatst.
- inergatief doorgaan met zeven
- Zij hadden flink doorgezeefd en het karwei was bijna klaar.
- Het woord doorzeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorzeven" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be