Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·zen·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorzending doorzendingen
verkleinwoord doorzendinkje doorzendinkjes

Zelfstandig naamwoord

de doorzendingv

  1. iets dat eerst ontvangen is en daarna weer verder gestuurd is
    • De doorzending was nog steeds niet aangekomen. 

Gangbaarheid