doorrot
- door·rot
stellend | |
---|---|
onverbogen | doorrot |
verbogen | doorrotte |
partitief | doorrots |
doorrot
- doorgerot
- De doorrotte mast brak in tweeën
vervoeging van |
---|
doorrotten |
doorrot
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrotten
- ... dat ik doorrot.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrotten
- ... dat jij doorrot.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorrotten
- ... dat hij doorrot.
- Het woord doorrot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorrot" herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be