doorleiden
- Geluid: doorleiden (hulp, bestand)
- door·lei·den
- samenstelling van door bw en leiden ww
doorleiden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorleiden |
leidde door |
doorgeleid |
zwak -d | volledig |
- een persoon ergens doorheen helpen
- een persoon iets laten zien door rond te leiden
- Het woord doorleiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.