door- en doorslecht
- door- en door·slecht
stellend | |
---|---|
onverbogen | door- en doorslecht |
verbogen | door- en doorslechte |
partitief | door- en doorslechts |
- bijzonder slecht, in elk opzicht slecht
- Hij is een door- en doorslecht mens.
- Het woord 'door- en doorslecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.